Zoals rozen horen bij Valentijnsdag, hoort bij elke gelegenheid een eigen bloem. Maar niet elke bloem is geschikt voor elke gelegenheid. In ‘Bloementaal’ verklaren we elke maand een bloem en waarom deze bij een specifieke gelegenheid hoort. Deze maand bespreken we de roos en de liefde.
Bijna iedereen herkent de roos van de liefde. Alhoewel het gedrag om rozen te geven gecultiveerd is in onze samenleving is er toch een reden waarom het zo is. Het verhaal gaat zover terug als de tijd van de Romeinen. De zoon van Venus heette Cupido, een naam die wij ook kennen in verband met de liefde. Cupido werd geboren als de god van de liefde. Toen Cupido nog klein was kwam Bacchus, de god van wijn, op bezoek bij Venus. Kleine Cupido was nog wat onbehendig en stootte het glas wijn van Bacchus om. Daar kon die kleine Cupido niet veel aan doen en alles werd bezegeld met een excuus en een nieuw glas wijn uit de amfoor van Venus. De verwondering was echter groot toen de volgende dag een rozenstruik was gegroeid op de plaats waar Cupido de wijn van Bacchus op de grond morste. Sindsdien staan rozen in het teken van liefde en bezegeling van geluk.
Maar bedenk je goed hoeveel rozen je geeft, want ook dat kent een betekenis: geef je 1 roos dan verklaar je dat je nog steeds van iemand houdt (na al die jaren). Geef je 12 rozen dan toon je je dankbaarheid. Met 25 rozen feliciteer je iemand van harte. Verdubbel je dat aantal dan verklaar je met 50 rozen je eeuwige liefde.
